Een opmerkelijke uitspraak in het radioprogramma Spuigasten op Den Haag FM vandaag: Premier Mark Rutte vindt dat de partij Hart voor Den Haag in het huidige college van burgemeester en wethouders had moeten zitten.

Volgens Rutte is het justitieel onderzoek naar ambtelijke corruptie door voormalig wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui geen reden om Hart voor Den Haag uit te sluiten van deelname, zoals onder meer D66 bij de onhandelingen over het nieuwe stadsbestuur wilde. "Ik denk dat de VVD volkomen gelijk had dat het goed was geweest als De Mos was gaan meeregeren. Er is geen enkele reden om dat niet te doen", aldus Rutte. "Dat onderzoek gaat om personen. Ik begrijp niet waarom de partij er buiten is gehouden."

Richard de Mos, de fractievoorzitter van Hart voor Den Haag, heeft gemengde gevoelen bij de opmerking van Rutte. "Het zijn terechte woorden van de premier. Hart voor Den Haag had als grootste partij ook in het stadsbestuur moeten zitten. Maar het is extra zuur dat de partij van Rutte, de VVD, maar ook het CDA, wel bij het kruisje getekend hebben en met de uitsluitingspartijen D66, PvdA en GroenLinks in zee zijn gegaan. Nu krijgt de stad beleid waar het niet voor heeft gekozen. Slecht voor het vertrouwen in de politiek,” aldus De Mos.

Tekst gaat door onder foto.

Vrijspraak

De Mos gaat ervan uit dat Hart voor Den Haag bij vrijspraak van hemzelf, oud-wethouder Guernaoui en oud-raadslid Davituliani alsnog in het stadsbestuur komt. “Als we over een aantal maanden vrijgesproken zijn, reken ik erop dat Hart voor Den Haag alsnog wordt toegelaten in het stadsbestuur, zodat bij de kiezer en zeker bij mijn achterban het vertrouwen in de politiek kan worden hersteld.”